Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

doghouse

zelfstandig naamwoord

1 doghouse

Outbuilding that serves as a shelter for a dog.

synoniemen: dog house, kennel.

Roget 189: abode, dwelling, lodging, domicile, residence, apartment, place, digs, pad, address, habitation, where one's lot is cast, local habitation, berth, ... meer laten zien

Nederlands: hondehok, hondenfokkerij, hondenhok, kennel, wachttoren

2 doghouse

An idiomatic term for being in disfavor.


Vind elders meer over doghouse: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0411