Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

lodging

zelfstandig naamwoord

1 lodging

Structures collectively in which people are housed.

synoniemen: housing, living accommodations.

Roget 189: abode, dwelling, lodging, domicile, residence, apartment, place, digs, pad, address, habitation, where one's lot is cast, local habitation, berth, ... meer laten zien

Roget 191: receptacle; inclosure etc. 232; recipient, receiver, reservatory.    compartment; cell, cellule; follicle; hole, corner, niche, ... meer laten zien

Nederlands: huisvesting, rustplaats, slaapgelegenheid, slaapplaats

2 lodging

The state or quality of being lodged or fixed even temporarily.

synoniemen: lodgement, lodgment.

3 lodging

The act of lodging.

Nederlands: huisvesting, pension


Moby betekeniswoordenboek: abiding, abiding place, abode, accommodations, address, apartment, assembly-line housing, berth, billeting, cantonment, cohabitation, commorancy, commorant, crash pad, crib, diggings, digs, domicile, domiciliation, domus ... meer laten zien.

Vind elders meer over lodging: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.033