Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

excursion

zelfstandig naamwoord

1 excursion

A journey taken for pleasure:
— Many summer excursions to the shore.

synoniemen: expedition, jaunt, junket, outing, pleasure trip, sashay.

Roget 266: travel; traveling etc. v.. wayfaring, campaigning.    journey, excursion, expedition, tour, trip, grand tour, circuit, peregrination, ... meer laten zien

Roget 311: circuition, circulation; turn, curvet; excursion, circumvention, circumnavigation, circumambulation; northwest passage; circuit etc. 629.    turning ... meer laten zien

Nederlands: plezierreis, pleziertocht, tochtje, trip, uitje, uitstapje, vakantiereis
Pools: wycieczka, wyprawa

2 excursion

Wandering from the main path of a journey.

synoniem: digression.


Moby betekeniswoordenboek: aberrancy, aberration, airing, ambages, aside, bend, bias, branching off, bypass, bypath, byway, campaign, circling, circuit, circuition, circuitousness, circuitry, circularity, circulation, circumambience ... meer laten zien.

Vind elders meer over excursion: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0465