Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

swinging

zelfstandig naamwoord

1 swinging

Changing location by moving back and forth.

synoniemen: swing, vacillation.

Nederlands: wankeling, fluctuatie, golfbeweging, schommeling, slingerbeweging, slingering
Pools: zakoƂysanie

bijvoeglijk naamwoord

1 swinging

Characterized by a buoyant rhythm:
— A swinging pace.

synoniemen: lilting, swingy, tripping.

Roget 31: great; greater etc. 33; large, considerable, fair, above par; big, huge etc. (large in size) 192; ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: aberrancy, aberration, angular momentum, angular motion, angular velocity, axial motion, bend, bias, bowling, branching off, careen, careening, cascading, centrifugation, chambering, chic, circuitousness, circulation, circumgyration, circumrotation ... meer laten zien.

Vind elders meer over swinging: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0169