Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

honk

zelfstandig naamwoord

1 honk

The cry of a goose (or any sound resembling this).

Pools: gęg, gęgot

werkwoord

1 honk

Make a loud noise.

synoniemen: beep, blare, claxon, toot.

Roget 412: cry, roar, bellow, blare, rebellow; growl, snarl.    [specific animal sounds] bark [dog, seal]; bow-wow, yelp [dog]; bay, ... meer laten zien

2 honk

Use the horn of a car.

synoniem: claxon.

3 honk

Cry like a goose:
— The geese were honking.

synoniem: cronk.

4 honk

Eject the contents of the stomach through the mouth.

synoniemen: barf, be sick, cast, cat, chuck, disgorge, puke, purge, regorge, regurgitate ... meer laten zien.

Nederlands: kotsen, spuwen, vomeren, braken, spugen, overgeven, leegstromen


Moby betekeniswoordenboek: bay, beep, bell, blare, blast, blat, blow, blow the horn, bray, bugle, cackle, call, carol, caw, chatter, cheep, chirk, chirp, chirr, chirrup ... meer laten zien.

Vind elders meer over honk: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0425