Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

quack

zelfstandig naamwoord

1 quack

An untrained person who pretends to be a physician and who dispenses medical advice.

Roget 548: deceiver etc. (deceive) etc. 545; dissembler, hypocrite; sophist, Pharisee, Jesuit, Mawworm, Pecksniff, Joseph Surface, Tartufe, ... meer laten zien

Roget 662: remedy, help, cure, redress; medicine, medicament; diagnosis, medical examination; medical treatment; surgery; preventive medicine.    [medical devices] clinical thermometer, ... meer laten zien

Roget 701: bungler; blunderer, blunderhead; marplot, fumbler, lubber, duffer, dauber, stick; bad hand, poor hand, poor shot; butterfingers.    no conjurer, ... meer laten zien

Nederlands: kakadoris, kwakzalver
Pools: szarlatan

2 quack

The harsh sound of a duck.

Nederlands: kwak, gekwaak, gekwek
Pools: kwakanie, kwak

werkwoord

1 quack

Utter quacking noises.

Roget 412: cry, roar, bellow, blare, rebellow; growl, snarl.    [specific animal sounds] bark [dog, seal]; bow-wow, yelp [dog]; bay, ... meer laten zien

2 quack

Act as a medical quack or a charlatan.

Nederlands: kwakzalveren, kwakzalver

bijvoeglijk naamwoord

1 quack

Medically unqualified.


Moby betekeniswoordenboek: blagueur, bluff, bluffer, cackle, call, carol, caw, charlatan, charlatanic, charlatanish, chatter, cheep, chirk, chirp, chirr, chirrup, chitter, chuck, clack, cluck ... meer laten zien.

Vind elders meer over quack: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0516