Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

tumult

zelfstandig naamwoord

1 tumult

A state of commotion and noise and confusion.

synoniemen: garboil, tumultuousness, uproar.

Roget 825: excitability, impetuosity, vehemence; boisterousness etc. adj.; turbulence; impatience, intolerance, nonendurance; irritability etc. (irascibility) 901; ... meer laten zien

Roget 742: disobedience, insubordination, contumacy; infraction, infringement; violation, noncompliance; nonobservance etc. 773.    revolt, rebellion, mutiny, outbreak, ... meer laten zien

Pools: tumult

2 tumult

Violent agitation.

synoniem: turmoil.

Roget 315: agitation, stir, tremor, shake, ripple, jog, jolt, jar, jerk, shock, succussion, trepidation, quiver, quaver, ... meer laten zien

3 tumult

The act of making a noisy disturbance.

synoniemen: commotion, din, ruckus, ruction, rumpus.

Roget 59: disorder; derangement etc. 61; irregularity; anomaly etc. (unconformity) 83; anarchy, anarchism; want of method; untidiness ... meer laten zien

Nederlands: Ruckus, herrie, commotie, beroering, geschil, geraas


Moby betekeniswoordenboek: Bedlam let loose, ado, affray, agitation, bedlam, blast, bluster, bobbery, boil, boiling, bother, botheration, brawl, broil, brouhaha, burst, bustle, cacophony, chaos, charivari ... meer laten zien.

Vind elders meer over tumult: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0332