Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

lean

zelfstandig naamwoord

1 lean

The property possessed by a line or surface that departs from the vertical.

synoniemen: inclination, leaning, list, tilt.

Pools: nachylenie, spadzistość, spad

werkwoord

1 lean

To incline or bend from a vertical position:
— She leaned over the banister.

synoniemen: angle, slant, tilt, tip.

Nederlands: leunen, overhangen, overhellen, uitwijken

2 lean

Cause to lean or incline.

3 lean

Have a tendency or disposition to do or be something; be inclined.

synoniemen: be given, incline, run, tend.

Nederlands: plegen, zwemen

4 lean

Rely on for support.

Nederlands: aanleunen

5 lean

Cause to lean to the side.

synoniem: list.

bijvoeglijk naamwoord

1 lean

Lacking excess flesh:
— Yon Cassius has a lean and hungry look.

synoniem: thin.

Roget 203: narrow, close; slender, thin, fine; thread-like etc. (filament) 205; finespun, gossamer; paper-thin; taper, ... meer laten zien

Pools: chudy

2 lean

Lacking in mineral content or combustible material.

3 lean

Containing little excess:
— A lean budget.

synoniem: skimpy.

Pools: maciupki

4 lean

Not profitable or prosperous.

Pools: chudy, szczupły


Moby betekeniswoordenboek: Lenten, Spartan, abstemious, acquiesce, agree, angular, angularity, arid, ascend, ascetic, austere, bad, bald, bank, bare, barren, be agreeable to, be dying to, be eager, be game ... meer laten zien.

Vind elders meer over lean: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0627