Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

solo

zelfstandig naamwoord

1 solo

Any activity that is performed alone without assistance.

Roget 415: music; concert; strain, tune, air; melody etc. 413; aria, arietta; piece of music [Fr.], work, number, opus; ... meer laten zien

Nederlands: solo

2 solo

A musical composition for one voice or instrument (with or without accompaniment).

Nederlands: obligaat, obligaatstem, solo, solopartij
Pools: solo

3 solo

A flight in which the aircraft pilot is unaccompanied.

Nederlands: solo

werkwoord

1 solo

Fly alone, without a co-pilot or passengers.

Nederlands: soleren

2 solo

Perform a piece written for a single instrument.

bijvoeglijk naamwoord

1 solo

Composed or performed by a single voice or instrument.

bijwoord

1 solo

Without anybody else or anything else:
— He flew solo.

synoniemen: alone, unaccompanied.


Moby betekeniswoordenboek: air, airlift, alienated, alone, aloof, apart, aria, aria buffa, aria cantabile, aria da capo, aria da chiesa, aria di bravura, aria di coloratura, aria fugata, aria parlante, arietta, arioso, aside, barnstorm, bravura ... meer laten zien.

Vind elders meer over solo: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.054