Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

diffuse

werkwoord

1 diffuse

Move outward.

synoniemen: fan out, spread, spread out.

Roget 334: vaporize, evaporate, evanesce, gasify, emit vapor etc. 336; diffuse.   

Nederlands: uitwaaieren, uitzwermen, verspreiden

2 diffuse

Spread or diffuse through.

synoniemen: imbue, interpenetrate, penetrate, permeate, pervade, riddle.

Nederlands: diffuus, doordringen

3 diffuse

Cause to become widely known.

synoniemen: broadcast, circularise, circularize, circulate, disperse, disseminate, distribute, pass around, propagate, spread.

Roget 531: publish; make public, make known etc. (information) 527; speak of, talk of; broach, utter; put forward; circulate, propagate, ... meer laten zien

Roget 73: disperse, scatter, sow, broadcast, disseminate, diffuse, shed, spread, bestrew, overspread, dispense, disband, disembody, ... meer laten zien

Nederlands: verspreiden, uitdragen, rondbazuinen, rondbrieven, rondstrooien, uitbrieven

bijvoeglijk naamwoord

1 diffuse

Spread out; not concentrated in one place.

Roget 573: diffuse, profuse; wordy, verbose, largiloquent, copious, exuberant, pleonastic, lengthy; longsome, long-winded, longspun, long drawn out; spun out, ... meer laten zien

2 diffuse

of light Transmitted from a broad light source or reflected.

synoniemen: diffused, soft.

3 diffuse

Lacking conciseness.


Moby betekeniswoordenboek: abounding, abundant, affluent, all-sufficing, ambagious, ample, aplenty, assign, atomize, bend, bespread, bestrew, bias, bottomless, bounteous, bountiful, break into pieces, break to pieces, break up, broad ... meer laten zien.

Vind elders meer over diffuse: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0492