Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

stooge

zelfstandig naamwoord

1 stooge

A person of unquestioning obedience.

synoniemen: flunkey, flunky, yes-man.

Roget 711: auxiliary; recruit; assistant; adjuvant, adjutant; ayudante, coaid; adjunct; help, helper, help mate, helping hand; midwife; colleague, ... meer laten zien

Nederlands: ja man
Pools: dworak, dworus, podnóżek, sługus, służalec

2 stooge

A victim of ridicule or pranks.

synoniemen: butt, goat, laughingstock.

Nederlands: pispaal, risee, wrijfpaal

werkwoord

1 stooge

Cruise in slow or routine flights.

2 stooge

Act as the stooge.

3 stooge

Act as a stooge, in a compliant or subordinate manner.


Moby betekeniswoordenboek: Charlie McCarthy, Roscius, act, act as foil, actor, actress, adherent, agent, also-ran, ancilla, antagonist, appear, appendage, apple-polisher, appliance, ass-licker, attendant, babe, backscratcher, backslapper ... meer laten zien.

Vind elders meer over stooge: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0483