Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

tail

zelfstandig naamwoord

1 tail

The posterior part of the body of a vertebrate especially when elongated and extending beyond the trunk or main part of the body.

Roget 39: adjunct; addition, additament; additum [Lat.], affix, appelidage, annexe, annex; augment, augmentation; increment, reinforcement, supernumerary, ... meer laten zien

Roget 214: pendency, dependency; suspension, hanging etc. v.; pedicel, pedicle, peduncle; tail, train, flap, skirt, pigtail, ... meer laten zien

Nederlands: staart
Pools: ogon

2 tail

The time of the last part of something:
— The tail of the storm.

synoniemen: fag end, tail end.

Roget 67: end, close, termination; desinence, conclusion, finis, finale, period, term, terminus, endpoint, last, omega; extreme, ... meer laten zien

Nederlands: staartzijde, peuk

3 tail

Any projection that resembles the tail of an animal.

synoniem: tail end.

Nederlands: staartkant, staart, achtervolger
Pools: ogon

4 tail

The fleshy part of the human body that you sit on.

synoniemen: arse, ass, backside, behind, bottom, bum, buns, butt, buttocks, can ... meer laten zien.

Roget 65: sequel, suffix, successor; tail, queue, train, wake, trail, rear; retinue, suite; appendix, postscript; ... meer laten zien

Roget 235: rear, back, posteriority; rear rank, rear guard; background, hinterland.    occiput [Anat.], nape, chine; heels; tail, rump, croup, ... meer laten zien

Nederlands: achterste, achtersteven, achterwerk, batterij, bibs, bips, derrière, fundament, gat, hol ... meer laten zien
Pools: cztery litery, pupa, tyłek, zadek

5 tail

A spy employed to follow someone and report their movements.

synoniemen: shadow, shadower.

Nederlands: schaduw
Pools: ogon, anioł stróż

6 tail

usually plural The reverse side of a coin that does not bear the representation of a person's head.

Nederlands: staart, zitvlak, achterwerk, kruis, munt
Pools: reszka

7 tail

The rear part of an aircraft.

synoniemen: empennage, tail assembly.

Nederlands: staartstuk
Pools: usterzenie

8 tail

The rear part of a ship.

synoniemen: after part, poop, quarter, stern.

Nederlands: achterschip, achtersteven, steven
Pools: rufa

werkwoord

1 tail

Go after with the intent to catch.

synoniemen: chase, chase after, dog, give chase, go after, tag, track, trail.

Nederlands: najagen, achterna zitten, jacht, achtervolgen

2 tail

Remove or shorten the tail of an animal.

synoniemen: bob, dock.

3 tail

Remove the stalk of fruits or berries.


Moby betekeniswoordenboek: Thule, Ultima Thule, acknowledgments, adherent, affix, aft, after, aftermost, afterpart, afterpiece, allonge, appendage, appendix, arm, arse, ass, attendant, back, back door, back matter ... meer laten zien.

Vind elders meer over tail: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0691