Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

watercourse

zelfstandig naamwoord

1 watercourse

Natural or artificial channel through which water flows.

Roget 350: conduit, channel, duct, watercourse, race; head race, tail race; abito, aboideau, aboiteau [Fr.], bito; acequia, acequiador, acequiamadre; ... meer laten zien

Nederlands: laak, lee, watering, waterloop, wetering

2 watercourse

A natural body of running water flowing on or under the earth.

synoniem: stream.

Nederlands: beek, stroom, waterloop
Pools: ciek wodny

3 watercourse

A conduit through which water flows.

synoniem: waterway.

Nederlands: waterweg, vaarweg


Moby betekeniswoordenboek: adolescent stream, aqueduct, arroyo, beck, bed, bourn, braided stream, branch, brook, brooklet, burn, canal, channel, conduit, course, creek, creek bed, crick, culvert, donga ... meer laten zien.

Vind elders meer over watercourse: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0367