- aught als zelfstandig naamwoord:
- 1
aught
zelfstandig naamwoord
1 aught
A quantity of no importance:
— It was all for naught.
synoniemen: cipher, cypher, goose egg, nada, naught, nil, nix, nothing, null, zero ... meer laten zien.
Roget 51: part, portion; dose; item, particular; aught, any; division, ward; subdivision, section; chapter, clause, count, ... meer laten zien
Nederlands: iets, nul, niks, niets
Pools: zero, nic
bijvoeglijk naamwoord
Roget 25: quantitative, some, any, aught, more or less, a few.
Moby betekeniswoordenboek: aggrandize, any, any one, anybody, anyone, anything, augment, beef up, boost, cipher, either, enlarge, exalt, expand, extend, goose egg, heighten, hike, magnify, multiply ... meer laten zien.
Vind elders meer over aught: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0284