Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

installment

zelfstandig naamwoord

1 installment

A payment of part of a debt; usually paid at regular intervals.

Roget 51: part, portion; dose; item, particular; aught, any; division, ward; subdivision, section; chapter, clause, count, ... meer laten zien

Roget 807: payment, defrayment; discharge; acquittance, quittance; settlement, clearance, liquidation, satisfaction, reckoning, arrangement.    acknowledgment, release; receipt, ... meer laten zien

Roget 809: expenditure, money going out; out goings, out lay; expenses, disbursement; prime cost etc. (price) 812; circulation; run upon a bank.    payment etc. ... meer laten zien

Nederlands: aflevering, aflossing, betalingstermijn, termijn
Pools: rata

2 installment

A part of a broadcast serial.

synoniemen: episode, instalment.

Pools: odcinek

3 installment

A part of a published serial.

synoniem: instalment.

Nederlands: betalingstermijn

4 installment

The act of installing something (as equipment).

synoniemen: installation, installing, instalment.

Nederlands: assemblage, installatie, montage
Pools: montaż, instalacja


Moby betekeniswoordenboek: accedence, accession, acquitment, acquittal, acquittance, adjunct, amortization, amortizement, anchorage, article, binder, book, cash, cash payment, chapter, clause, clearance, colonization, column, coming out ... meer laten zien.

Vind elders meer over installment: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0368