- blunderer als zelfstandig naamwoord:
- 1
blunderer
zelfstandig naamwoord
1 blunderer
Someone who makes mistakes because of incompetence.
synoniemen: botcher, bumbler, bungler, butcher, fuckup, fumbler, sad sack, stumbler.
Roget 701: bungler; blunderer, blunderhead†; marplot, fumbler, lubber, duffer, dauber, stick; bad hand, poor hand, poor shot; butterfingers†. no conjurer, ... meer laten zien
Nederlands: stumper, prutser, stoethaspel, sukkel, blunderaar, knoeier, klungelaar, kluns, klungel, beunhaas ... meer laten zien
Pools: brakorób, brakoróbca, fuszer, niedbaluch, partacz
Vind elders meer over blunderer: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0152