Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

cork

zelfstandig naamwoord

1 cork

Outer bark of the cork oak; used for stoppers for bottles etc..

Roget 263: stopper, stopple; plug, cork, bung, spike, spill, stopcock, tap; rammer; ram, ramrod; piston; ... meer laten zien

Roget 320: levity; lightness etc. adj.; imponderability, buoyancy, volatility.    feather, dust, mote, down, thistle, down, flue, ... meer laten zien

Nederlands: stopsel, stop, kurk
Pools: korek

2 cork

botany Outer tissue of bark; a protective layer of dead cells.

synoniem: phellem.

Pools: korek, felem

3 Cork

A port city in southern Ireland.

4 cork

The plug in the mouth of a bottle (especially a wine bottle).

synoniem: bottle cork.

Nederlands: kurk
Pools: korek

5 cork

A small float usually made of cork; attached to a fishing line.

synoniemen: bob, bobber, bobfloat.

Nederlands: dobber, sim
Pools: spławik, pławik, pływak

werkwoord

1 cork

Close a bottle with a cork.

synoniem: cork up.

2 cork

Stuff with cork.


Moby betekeniswoordenboek: Carling float, air, asphyxiate, balsa, balsa raft, bar, bark, bedarken, besmirch, bind, black, blacken, blackwash, block, block up, blockade, blot, blotch, bob, bonnet ... meer laten zien.

Vind elders meer over cork: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0396