Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

feud

zelfstandig naamwoord

1 feud

A bitter quarrel between two parties.

Roget 780: property, possession, suum cuique [Lat.], meum et tuum [Lat.].    ownership, proprietorship, lordship; seignority; empire etc. (dominion) 737.    interest, stake, ... meer laten zien

Roget 713: disagreement etc. 24; discord, disaccord, dissidence, dissonance; jar, clash, shock; jarring, jostling etc. v.; ... meer laten zien

Nederlands: vete

werkwoord

1 feud

Carry out a feud.


Moby betekeniswoordenboek: acrimony, adverse possession, alodium, altercate, altercation, animosity, animus, antagonism, argument, avengement, bad blood, battle, bicker, bickering, bitter feeling, bitterness, blood feud, box, brawl, broil ... meer laten zien.

Vind elders meer over feud: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0709