Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

four

zelfstandig naamwoord

1 four

The cardinal number that is the sum of three and one.

synoniemen: 4, foursome, IV, Little Joe, quadruplet, quartet, quatern, quaternary, quaternion, quaternity ... meer laten zien.

Roget 95: quaternity, four, tetrad, quartet, quaternion, square, quarter.    [planar form with four sides] tetract, tetragon, quadrangle, rectangle.    [three dimensional object with four surfaces] tetrahedron.    ... meer laten zien

Roget 840: amusement, entertainment, recreation, fun, game, fun and games; diversion, divertissement; reaction, solace; pastime, passetemps [Fr.], sport; ... meer laten zien

Nederlands: quaternion, vier, vijf
Pools: czwórka

2 four

A playing card or domino or die whose upward face shows four pips.

synoniem: four-spot.

Pools: czwórka

bijvoeglijk naamwoord

1 four

Being one more than three.

synoniemen: 4, iv.

Roget 95: four; quaternary, quaternal; quadratic; quartile; tetract, tetractic, tetractinal; tetrad, tetragonal; square, quadrate.   


Vind elders meer over four: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.031