Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

gammon

zelfstandig naamwoord

1 gammon

Meat cut from the thigh of a hog (usually smoked).

synoniemen: ham, jambon.

Roget 544: falsehood, falseness; falsity, falsification; deception etc. 545; untruth etc. 546; guile; lying etc. ... meer laten zien

Nederlands: knieboog, hesp, achterham, ham, schink
Pools: szynka

2 gammon

Hind portion of a side of bacon.


werkwoord

Roget 545: deceive, take in; defraud, cheat, jockey, do, cozen, diddle, nab, chouse, play one false, bilk, cully, jilt, ... meer laten zien

Moby betekeniswoordenboek: absurdity, act, act a part, affect, amphigory, assume, babble, babblement, bacon, balderdash, balls, baloney, bamboozle, beguile, betray, bibble-babble, blabber, blague, blather, bluff ... meer laten zien.

Vind elders meer over gammon: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0275