Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

hardship

zelfstandig naamwoord

1 hardship

A state of misfortune or affliction:
— A life of hardship.

synoniemen: adversity, hard knocks.

Roget 735: adversity, evil etc. 619; failure etc. 732; bad luck, ill luck, evil luck, adverse luck, hard fortune, hard hap, hard luck, ... meer laten zien

Nederlands: malheur, pech, tegenslag, tegenspoed, wanbof
Pools: negatywność

2 hardship

Something hard to endure.

synoniemen: asperity, grimness, rigor, rigorousness, rigour, rigourousness, severeness, severity.

Nederlands: ondraaglijkheid, ruwheid, ellende, ontbering, ontberingen

3 hardship

Something that causes or entails suffering.

Pools: przejście


Moby betekeniswoordenboek: adverse circumstances, adversity, affliction, aggravation, annoyance, asperity, austerity, bad luck, blight, broken fortune, bummer, care, cross, curse, danger, deprivation, difficulties, difficulty, discomfort, distress ... meer laten zien.

Vind elders meer over hardship: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0296