Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

immobility

zelfstandig naamwoord

1 immobility

Remaining in place.

synoniemen: fixedness, stationariness.

Roget 150: stability; immutability etc. adj.; unchangeability, etc. adj.; unchangeableness; constancy; stable equilibrium, immobility, soundness, vitality, stabiliment, ... meer laten zien

Roget 265: rest; stillness etc. adj.; quiescence; stagnation, stagnancy; fixity, immobility, catalepsy; indisturbance; quietism.    quiet, ... meer laten zien

Pools: stacjonarność

2 immobility

The quality of not moving.

Pools: immobilizm


Moby betekeniswoordenboek: a wise passiveness, abidingness, changelessness, constancy, contemplation, contemplative life, do-nothing policy, do-nothingism, do-nothingness, dormancy, durability, durableness, duration, endurance, firmness, fixation, fixedness, fixity, frozenness, hardening ... meer laten zien.

Vind elders meer over immobility: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.018