Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

endurance

zelfstandig naamwoord

1 endurance

The power to withstand hardship or stress.

Roget 826: inexcitability, imperturbability, inirritability; even temper, tranquil mind, dispassion; tolerance, patience, coolth [Coll.].    passiveness etc. (physical inertness) 172; hebetude, ... meer laten zien

Roget 141: stability etc. 150; quiescence etc. 265; obstinacy etc. 606.    permanence, persistence, endurance; durability; standing, ... meer laten zien

Roget 821: feeling; suffering etc. v.; endurance, tolerance, sufferance, supportance, experience, response; sympathy etc. (love) 897; ... meer laten zien

Nederlands: uithoudingsvermogen
Pools: wytrzymałość, odporność

2 endurance

A state of surviving; remaining alive.

synoniem: survival.

Nederlands: overleving
Pools: przeżycie, wyżycie


Moby betekeniswoordenboek: abidingness, acceptance, age, antiquity, application, assiduity, assiduousness, bulldog tenacity, changelessness, concentration, constancy, continualness, continuance, continuation, continuity, decisiveness, defeat of time, defiance of time, diligence, diuturnity ... meer laten zien.

Vind elders meer over endurance: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0321