Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

chill

zelfstandig naamwoord

1 chill

Coldness due to a cold environment.

synoniemen: gelidity, iciness.

Nederlands: frisheid, kou, kilte, kilheid
Pools: lodowatość

2 chill

An almost pleasurable sensation of fright.

synoniemen: frisson, quiver, shiver, shudder, thrill, tingle.

Pools: mrowie, mrowienie

3 chill

A sensation of cold that often marks the start of an infection and the development of a fever.

synoniem: shivering.

Roget 383: cold, coldness etc. adj.; frigidity, inclemency, fresco.    winter; depth of winter, hard winter; Siberia, Nova Zembla; wind-chill factor.    ... meer laten zien

4 chill

A sudden numbing dread.

synoniem: pall.

werkwoord

1 chill

Depress or discourage.

2 chill

Make cool or cooler:
— Chill the food.

synoniemen: cool, cool down.

Roget 385: cool, fan, refrigerate, refresh, ice; congeal, freeze, glaciate; benumb, starve, pinch, chill, petrify, chill to the marrow, ... meer laten zien

Roget 616: dissuade, dehort, cry out against, remonstrate, expostulate, warn, contraindicate.    disincline, indispose, shake, stagger; dispirit; discourage, dishearten; ... meer laten zien

Nederlands: verfrissen, bekoelen, afkoelen, koelen, verkoelen

3 chill

Loose heat.

synoniemen: cool, cool down.

Nederlands: afkoelen, koelen


bijvoeglijk naamwoord

Roget 383: cold, cool; chill, chilly; icy; gelid, frigid, algid; fresh, keen, bleak, raw, inclement, bitter, ... meer laten zien

Moby betekeniswoordenboek: Laodiceanism, abscess, absolute zero, abstracted, ache, aching, affectless, ague, air-condition, air-cool, algidity, aloof, aloofness, anemia, anesthesia, anesthetized, ankylosis, anoxia, apnea, arctic ... meer laten zien.

Vind elders meer over chill: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0759