Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

result

zelfstandig naamwoord

1 result

A phenomenon that follows and is caused by some previous phenomenon.

synoniemen: consequence, effect, event, issue, outcome, upshot.

Roget 40: remainder, residue; remains, remanent, remnant, rest, relic; leavings, heeltap, odds and ends, cheesepairings, candle ends, orts; residuum; ... meer laten zien

Roget 154: effect, consequence; aftergrowth, aftercome; derivative, derivation; result; resultant, resultance; upshot, issue, denouement; end ... meer laten zien

Roget 480: result, conclusion, upshot; deduction, inference, ergotism [Med.]; illation; corollary, porism; moral.    estimation, valuation, appreciation, judication; ... meer laten zien

Roget 729: completion, accomplishment, achievement, fulfillment; performance, execution; despatch, dispatch; consummation, culmination; finish, conclusion; close etc. ... meer laten zien

Nederlands: uitkomst, consequentie, uitwerking, effect, gevolg, uitvloeisel, voortvloeisel
Pools: pokłosie, implikacja, konsekwencja, następstwo

2 result

A statement that solves a problem or explains how to solve the problem:
— He computed the result to four decimal places.

synoniemen: answer, resolution, solution, solvent.

Nederlands: oplossing
Pools: rozwiązanie

3 result

Something that results:
— He listened for the results on the radio.

synoniemen: final result, outcome, resultant, termination.

Nederlands: uitslag

4 result

The semantic role of the noun phrase whose referent exists only by virtue of the activity denoted by the verb in the clause.

synoniem: resultant role.

werkwoord

1 result

Issue or terminate (in a specified way, state, etc.); end:
— Result in tragedy.

synoniem: ensue.

Nederlands: bekomen, leiden, resulteren, uitdraaien, uitlopen, uitmonden, uitpakken, uitvallen, vallen

2 result

Produce as a result or residue.

synoniemen: lead, leave.

Nederlands: achterlaten, nalaten

3 result

Come about or follow as a consequence.

Nederlands: leiden tot, tot gevolg hebben, veroorzaken, opleveren


Moby betekeniswoordenboek: accomplishment, accrue from, aftereffect, aftermath, answer, arise, arise from, artifact, ascertainment, attend, be contingent on, be due to, become of, brainchild, bud from, by-product, child, clearing up, close, coinage ... meer laten zien.

Vind elders meer over result: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0977