Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

splurge

zelfstandig naamwoord

1 splurge

An ostentatious display (of effort or extravagance etc.).

Roget 882: ostentation, display, show, flourish, parade, etalage [Fr.], pomp, array, state, solemnity; dash, splash, splurge, glitter, ... meer laten zien

Nederlands: losbandigheid, uitspatting

2 splurge

Any act of immoderate indulgence:
— A splurge of spending.

synoniemen: binge, orgy.

Nederlands: orgie

werkwoord

1 splurge

Indulge oneself:
— I splurged on a new TV.

synoniem: fling.

2 splurge

Be showy or ostentatious.


Moby betekeniswoordenboek: access, binge, blazon, bravura, brilliancy, budget, burst, cost, cost out, cut a dash, cut a figure, cut a swath, daring, dash, dazzle, demonstration, disburse, display, douse, dramatics ... meer laten zien.

Vind elders meer over splurge: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0341