- temerity als zelfstandig naamwoord:
- 1
temerity
zelfstandig naamwoord
1 temerity
Fearless daring.
synoniemen: audaciousness, audacity.
Roget 863: rashness etc. adj.; temerity, want of caution, imprudence, indiscretion; overconfidence, presumption, audacity. precipitancy, precipitation; impetuosity; levity; ... meer laten zien
Nederlands: vermetelheid, roekeloosheid, moed, onbezonnenheid, stoutmoedigheid, durf, koenheid, lef
Pools: pewność, pewność siebie, śmiałość
Moby betekeniswoordenboek: assurance, audacity, brashness, brass, brazen boldness, cheek, chutzpah, daring, foolhardiness, gall, hardihood, hardiness, heedlessness, heroics, hubris, impertinence, impetuosity, improvidence, imprudence, impudence ... meer laten zien.
Vind elders meer over temerity: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.
debug info: 0.0694