Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

audacity

zelfstandig naamwoord

1 audacity

Fearless daring.

synoniemen: audaciousness, temerity.

Roget 885: insolence; haughtiness etc. adj.; arrogance, airs; overbearance; domineering etc. v.; tyranny etc. 739.    ... meer laten zien

Roget 861: courage, bravery, valor; resoluteness, boldness etc. adj.; spirit, daring, gallantry, intrepidity; contempt of danger, defiance of danger; derring-do; ... meer laten zien

Roget 863: rashness etc. adj.; temerity, want of caution, imprudence, indiscretion; overconfidence, presumption, audacity.    precipitancy, precipitation; impetuosity; levity; ... meer laten zien

Nederlands: vermetelheid, roekeloosheid, moed, onbezonnenheid, stoutmoedigheid, durf, koenheid, lef
Pools: pewność, pewność siebie, śmiałość

2 audacity

Aggressive boldness or unmitigated effrontery:
— He had the audacity to question my decision.

synoniem: audaciousness.

Nederlands: stoutheid, vermetelheid, onbesuisdheid, driestheid, brutaliteit, chotspe, gotspe, vrijpostigheid


Moby betekeniswoordenboek: adventuresomeness, adventurousness, arrogance, assurance, audaciousness, balls, bold front, boldness, brash bearing, brashness, brass, brassiness, bravado, bravura, brazenness, brinkmanship, bumptiousness, cheek, cheekiness, cockiness ... meer laten zien.

Vind elders meer over audacity: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0447