Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

going

zelfstandig naamwoord

1 going

The act of departing.

synoniemen: departure, going away, leaving.

Roget 264: motion, movement, move; going etc. v.; unrest.    stream, flow, flux, run, course, stir; ... meer laten zien

Nederlands: afwijking, overlijden, afreis, vertrek
Pools: odjazd

2 going

Euphemistic expressions for death.

synoniemen: departure, exit, expiration, loss, passing, release.

3 going

Advancing toward a goal:
— Persuading him was easy going.

synoniem: sledding.

bijvoeglijk naamwoord

1 going

In full operation.


Moby betekeniswoordenboek: abandonment, accepted, acting, active, activity, actuation, affluent, ambulant, ambulative, ambulatory, annihilation, ascending, at work, axial, back, back-flowing, backward, bad, bane, biological death ... meer laten zien.

Vind elders meer over going: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0354