Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

needle

zelfstandig naamwoord

1 needle

The leaf of a conifer.

synoniem: acerate leaf.

Roget 253: sharpness etc. adj.; acuity, acumination; spinosity.    point, spike, spine, spicule [Biol.], spiculum; needle, hypodermic needle, tack, ... meer laten zien

Roget 262: perforator, piercer, borer, auger, chisel, gimlet, stylet, drill, wimble, awl, bradawl, scoop, terrier, corkscrew, ... meer laten zien

Roget 693: direction; management, managery; government, gubernation, conduct, legislation, regulation, guidance; bossism [U.S.]; legislature; steerage, pilotage; ... meer laten zien

Nederlands: naald
Pools: igła, szpilka

2 needle

A slender pointer for indicating the reading on the scale of a measuring instrument.

Nederlands: wijzer
Pools: strzałka

3 needle

A sharp pointed implement (usually steel).

Nederlands: injectienaald, naald
Pools: igła, iglica

4 needle

A stylus that formerly made sound by following a groove in a phonograph record.

synoniem: phonograph needle.

Nederlands: naald
Pools: igła gramofonowa

werkwoord

1 needle

Annoy or provoke, as by constant criticism:
— He needled her with his sarcastic remarks.

synoniem: goad.

Nederlands: aanmoedigen, proveceren, stimuleren

2 needle

Prick with a needle.


Moby betekeniswoordenboek: Gramophone, Gyrosin compass, PA, PA system, RDF, Victrola, aculeus, acumination, aggravate, annoy, arrow, audio sound system, audiophile, auger, badger, bait, banter, be at, bedevil, beset ... meer laten zien.

Vind elders meer over needle: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0685