Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

smirch

zelfstandig naamwoord

1 smirch

A blemish made by dirt.

synoniemen: blot, daub, slur, smear, smudge, spot.

Nederlands: schandvlek, klad, smet, vlek
Pools: plama

2 smirch

An act that brings discredit to the person who does it.

synoniemen: blot, smear, spot, stain.

Pools: plama

werkwoord

1 smirch

Smear so as to make dirty or stained.

synoniem: besmirch.

Nederlands: besmeuren, bekladden, bekladderen, bekliederen

2 smirch

Charge falsely or with malicious intent; attack the good name and reputation of someone.

synoniemen: asperse, besmirch, calumniate, defame, denigrate, slander, smear, sully.

Roget 431: be black etc. adj.; render black etc. adj.. blacken, infuscate, denigrate; blot, blotch; smutch; smirch; darken ... meer laten zien

Roget 653: be unclean, become unclean etc. adj.; rot, putrefy, ferment, fester, rankle, reek; stink etc. 401; mold, ... meer laten zien

Nederlands: kleineren, denigreren, smaden, roddelen, kwaadspreken, vals beschuldigen, bekladden, belasteren, bezwadderen, lasteren ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: aspersion, attaint, badge of infamy, bar sinister, baton, bedarken, bedaub, begrime, bend sinister, besmear, besmirch, besmoke, besmutch, besoil, bespatter, bestain, black, black eye, black mark, blacken ... meer laten zien.

Vind elders meer over smirch: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0894