Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

trowel

zelfstandig naamwoord

1 trowel

A small hand tool with a handle and flat metal blade; used for scooping or spreading plaster or similar materials.

Roget 191: receptacle; inclosure etc. 232; recipient, receiver, reservatory.    compartment; cell, cellule; follicle; hole, corner, niche, ... meer laten zien

Nederlands: tuinschep, truweel, pleisterspaan, sabel, troffel
Pools: kielnia

werkwoord

1 trowel

Use a trowel on; for light garden work or plaster work.


Vind elders meer over trowel: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0281