Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

bucket

zelfstandig naamwoord

1 bucket

A roughly cylindrical vessel that is open at the top.

synoniem: pail.

Roget 191: receptacle; inclosure etc. 232; recipient, receiver, reservatory.    compartment; cell, cellule; follicle; hole, corner, niche, ... meer laten zien

Roget 388a: insulation, incombustible material, noncombustible material; fire retardant, flame retardant; fire wall, fire door.    incombustibility, incombustibleness etc. adj.. extincteur [Fr.]; fire annihilator; amianth, ... meer laten zien

Nederlands: emmer
Pools: kubeł, wiadro

2 bucket

The quantity contained in a bucket.

synoniem: bucketful.

Nederlands: emmer
Pools: wiadro

werkwoord

1 bucket

Put into a bucket.

2 bucket

Carry in a bucket.


Moby betekeniswoordenboek: argosy, bail, bark, barrel, be caught short, be short, belong, boat, bottom, bucketshop, calaboose, can, clink, cooler, craft, cup, decant, deposit margin, dip, dish ... meer laten zien.

Vind elders meer over bucket: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0368