Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

wigging

zelfstandig naamwoord

Roget 932: disapprobation, disapproval; improbation; disesteem, disvaluation, displacency; odium; dislike etc. 867.    dispraise, discommendation; blame, censure, ... meer laten zien

Vind elders meer over wigging: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

wig

zelfstandig naamwoord

1 wig

Hairpiece covering the head and made of real or synthetic hair.

Roget 225: clothing, investment; covering etc. 223; dress, raiment, drapery, costume, attire, guise, toilet, toilette, trim; ... meer laten zien

Nederlands: pruik
Pools: peruka

2 wig

British slang for a scolding.

synoniem: wigging.


Moby betekeniswoordenboek: admonishment, admonition, bawl out, berate, chew out, chiding, hairpiece, jaw, periwig, peruke, rail, rap, rate, reprimand, reproach, reproof, revile, tongue-lash, toupee, upbraid.

Vind elders meer over wig: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.1423