Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

arctic

zelfstandig naamwoord

1 Arctic

The regions to the north of the Arctic Circle centered on the North Pole.

synoniemen: Arctic Zone, North Frigid Zone.

Nederlands: Arctica, noordpool, noordpoolgebied
Pools: Arktyka

2 arctic

A waterproof overshoe that protects shoes from water or snow.

synoniemen: galosh, golosh, gumshoe, rubber.

Nederlands: galoche, overschoen
Pools: prezerwatywa, lateks, guma, kondom, gumka

bijvoeglijk naamwoord

1 Arctic

Of or relating to the Arctic:
— The Arctic summer.

synoniem: north-polar.

Pools: arktyczny

2 arctic

Extremely cold:
— An arctic climate.

synoniemen: frigid, gelid, glacial, icy, polar.

Roget 383: cold, cool; chill, chilly; icy; gelid, frigid, algid; fresh, keen, bleak, raw, inclement, bitter, ... meer laten zien

Roget 237: opposite; reverse, inverse; converse, antipodal, subcontrary; fronting, facing, diametrically opposite.    Northern, septentrional, Boreal, arctic; Southern, ... meer laten zien

Pools: lodowaty


Moby betekeniswoordenboek: Siberian, aestival, affectless, algid, anesthetized, antarctic, austral, autistic, autumn, autumnal, below zero, biting, bitter, bitterly cold, bleak, blunt, boreal, brisk, brumal, canicular ... meer laten zien.

Vind elders meer over arctic: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

arctics

zelfstandig naamwoord

Roget 225: clothing, investment; covering etc. 223; dress, raiment, drapery, costume, attire, guise, toilet, toilette, trim; ... meer laten zien

Vind elders meer over arctics: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0338