Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

receipt

zelfstandig naamwoord

1 receipt

The act of receiving.

synoniem: reception.

Roget 626: plan, scheme, design, project; proposal, proposition, suggestion; resolution, motion; precaution etc. (provision) 673; deep-laid plan ... meer laten zien

Roget 662: remedy, help, cure, redress; medicine, medicament; diagnosis, medical examination; medical treatment; surgery; preventive medicine.    [medical devices] clinical thermometer, ... meer laten zien

Roget 697: precept, direction, instruction, charge; prescript, prescription; recipe, receipt; golden rule; maxim etc. 496.    rule, canon, ... meer laten zien

Roget 771: security; guaranty, guarantee; gage, warranty, bond, tie, pledge, plight, mortgage, collateral, debenture, hypothecation, ... meer laten zien

Roget 807: payment, defrayment; discharge; acquittance, quittance; settlement, clearance, liquidation, satisfaction, reckoning, arrangement.    acknowledgment, release; receipt, ... meer laten zien

Roget 810: receipt, value received, money coming in; income, incomings, innings, revenue, return, proceeds; gross receipts, net profit; earnings etc. (gain) ... meer laten zien

Nederlands: ontvangen, receptie, ontvangst

2 receipt

An acknowledgment (usually tangible) that payment has been made.

Nederlands: inkomsten, betalingsbewijs, bon, kwitantie
Pools: paragon

werkwoord

1 receipt

Report the receipt of.

synoniem: acknowledge.

2 receipt

Mark or stamp as paid.


Moby betekeniswoordenboek: acceptance, acknowledge receipt of, acknowledgment, acquire, acquisition, acquittance, admission, admittance, aid, alterative, analeptic, answer, answering, antiphon, arrival, assistance, assumption, avails, back answer, back talk ... meer laten zien.

Vind elders meer over receipt: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0464