Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

strait

zelfstandig naamwoord

1 strait

A narrow channel of the sea joining two larger bodies of water.

synoniem: sound.

Roget 343: land covered with water, gulf, gulph, bay, inlet, bight, estuary, arm of the sea, bayou [U.S.], fiord, armlet; frith, firth, ostiary, ... meer laten zien

Nederlands: straat
Pools: cieśnina

2 strait

A bad or difficult situation or state of affairs.

synoniemen: pass, straits.

Roget 704: difficulty; hardness etc. adj.; impracticability etc. (impossibility) 471; tough work, hard work, uphill work; hard task, Herculean task, ... meer laten zien

Roget 198: interval, interspace; separation etc. 44; break, gap, opening; hole etc. 260; chasm, hiatus, caesura; ... meer laten zien

bijvoeglijk naamwoord

1 strait

Narrow.


Moby betekeniswoordenboek: angustifoliate, angustirostrate, angustisellate, angustiseptal, arm, armlet, bay, bayou, belt, bight, bind, boca, bottleneck, bound, bounded, box, breakers ahead, canal, cardhouse, cause for alarm ... meer laten zien.

Vind elders meer over strait: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0331