Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

relate

werkwoord

1 relate

Make a logical or causal connection:
— I cannot relate these events at all.

synoniemen: associate, colligate, connect, link, link up, tie in.

Roget 594: describe; set forth etc. (state) 535; draw a picture, picture; portray etc. (represent) 554; characterize, particularize; ... meer laten zien

Nederlands: combineren, relateren

2 relate

Be relevant to.

synoniemen: bear on, come to, concern, have to do with, pertain, refer, touch, touch on.

Nederlands: aankomen, behoren bij, betreffen, bewegen, gaan, gelden, handelen, raken, slaan, toebehoren ... meer laten zien

3 relate

Give an account of.

4 relate

Be in a relationship with:
— How are these two observations related?.

synoniem: interrelate.

Nederlands: samenhangen, staan, verhouden

5 relate

Have or establish a relationship to.


Moby betekeniswoordenboek: add up, affect, affirm, allege, allegorize, ally, analogize, announce, answer, answer to, appertain, appertain to, apply, apply to, approach, ascribe, assert, asseverate, assign, assimilate ... meer laten zien.

Vind elders meer over relate: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0638