Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

spiel

zelfstandig naamwoord

1 spiel

Plausible glib talk (especially useful to a salesperson).

synoniemen: line of gab, patter.

Nederlands: donderpreek, breedsprakerig verhaal

werkwoord

1 spiel

Replay (as a melody).

synoniem: play.

Nederlands: opzetten

2 spiel

Speak at great length (about something).


Moby betekeniswoordenboek: advertise, ballyhoo, bark, bat the breeze, beat the gums, bill, boost, build up, bulletin, chin, circularize, cry up, debate, declaim, demagogue, demagoguery, dramatics, elocute, establish, give a write-up ... meer laten zien.

Vind elders meer over spiel: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

spieler

zelfstandig naamwoord

Roget 548: deceiver etc. (deceive) etc. 545; dissembler, hypocrite; sophist, Pharisee, Jesuit, Mawworm, Pecksniff, Joseph Surface, Tartufe, ... meer laten zien

Roget 792: thief, robber, homo triumliterarum [Lat.], pilferer, rifler, filcher, plagiarist.    spoiler, depredator, pillager, marauder; harpy, shark [Slang], ... meer laten zien

Moby betekeniswoordenboek: MC, auteur, ballyhoo man, ballyhooer, barker, bunco artist, bunco steerer, callboy, canvasser, cardsharp, cardsharper, carpetbagger, cheater, con artist, con man, confidence man, costume designer, costumer, costumier, crimp ... meer laten zien.

Vind elders meer over spieler: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.068