Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

verge

zelfstandig naamwoord

1 verge

A region marking a boundary.

synoniemen: brink, threshold.

Roget 233: limit, boundary, bounds, confine, enclave, term, bourn, verge, curbstone, but, pale, reservation; termination, terminus; ... meer laten zien

Roget 231: edge, verge, brink, brow, brim, margin, border, confine, skirt, rim, flange, side, mouth; jaws, ... meer laten zien

Roget 67: end, close, termination; desinence, conclusion, finis, finale, period, term, terminus, endpoint, last, omega; extreme, ... meer laten zien

Nederlands: drempel

2 verge

The limit beyond which something happens or changes:
— On the verge of tears.

synoniem: brink.

3 verge

A ceremonial or emblematic staff.

synoniemen: scepter, sceptre, wand.

Nederlands: scepter

4 verge

A grass border along a road.

werkwoord

1 verge

Border on; come close to.

Roget 176: tend, contribute, conduce, lead, dispose, incline, verge, bend to, trend, affect, carry, redound to, bid fair to, gravitate towards; ... meer laten zien

Roget 278: tend towards, bend towards, point towards; conduct to, go to; point to, point at; bend, trend, verge, incline, dip, determine.    steer for, ... meer laten zien


Moby betekeniswoordenboek: about to, abut, abut on, adjoin, aim, approach, armory, badge, badge of office, badges, bank, baton, be contiguous, be in contact, bear, befringe, bend to, bias, bind, blazonry ... meer laten zien.

Vind elders meer over verge: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0527