Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

slosh

werkwoord

1 slosh

Make a splashing sound.

synoniemen: slush, splash, splosh.

Nederlands: klotsen

2 slosh

Walk through mud or mire.

synoniemen: slop, splash, splosh, squelch, squish.

3 slosh

Spill or splash copiously or clumsily:
— Slosh paint all over the walls.

synoniemen: slosh around, slush, slush around.


zelfstandig naamwoord

Roget 653: uncleanness etc. adj.; impurity; immundity, immundicity; impurity etc. 961 [of mind]. defilement, contamination etc. v.; ... meer laten zien

Moby betekeniswoordenboek: asperge, avalanche, babble, bang, bash, bat, bedew, belt, bespatter, besprinkle, biff, blizzard, bolt, bubble, burble, cascade, cataract, catch, churn, clay ... meer laten zien.

Vind elders meer over slosh: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.043