Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

staple

zelfstandig naamwoord

1 staple

usually in the plural A necessary commodity for which demand is constant.

synoniem: basic.

Roget 799: mart; market, marketplace; fair, bazaar, staple, exchange, change, bourse, hall, guildhall; tollbooth, customhouse; Tattersall's.    ... meer laten zien

Roget 329: structure (form) 240, organization, anatomy, frame, mold, fabric, construction; framework, carcass, architecture; stratification, ... meer laten zien

Roget 214: pendency, dependency; suspension, hanging etc. v.; pedicel, pedicle, peduncle; tail, train, flap, skirt, pigtail, ... meer laten zien

Roget 45: vinculum, link; connective, connection; junction etc. 43; bond of union, copula, hyphen, intermedium; bracket; bridge, stepping-stone, ... meer laten zien

Roget 50: whole, totality, integrity; totalness etc. adj.; entirety, ensemble, collectiveness; unity etc. 87; completeness etc. ... meer laten zien

Nederlands: basisvoedsel, basisch

2 staple

A natural fiber (raw cotton, wool, hemp, flax) that can be twisted to form yarn:
— Staple fibers vary widely in length.

synoniemen: staple fiber, staple fibre.

3 staple

Material suitable for manufacture or use or finishing.

synoniem: raw material.

Roget 635: material, raw material, stuff, stock, staple; adobe, brown stone; chinking; clapboard; daubing; puncheon; shake; shingle, ... meer laten zien

Nederlands: grondstof, materiaal, materie
Pools: surowiec

4 staple

A short U-shaped wire nail for securing cables.

Nederlands: agrafe, hechtkram, kram, wondhaakje

5 staple

Paper fastener consisting of a short length of U-shaped wire that can fasten papers together.

Nederlands: niet, agrafe, kram
Pools: zszywka

werkwoord

1 staple

Secure or fasten with a staple or staples.

Nederlands: nieten, vastnieten

bijvoeglijk naamwoord

1 staple

Necessary or important, especially regarding food or commodities.

Roget 794: commercial, mercantile, trading; interchangeable, marketable, staple, in the market, for sale.    wholesale, retail.   


Moby betekeniswoordenboek: anchored, article, article of commerce, article of merchandise, articulate, auto show, basic, basics, batten, batten down, bazaar, boat show, body, bolt, bonanza, buckle, bulk, butt, button, catalog goods ... meer laten zien.

Vind elders meer over staple: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0357