Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

chink

zelfstandig naamwoord

1 chink

ethnic slur Offensive term for a person of Chinese descent.

synoniem: Chinaman.

Roget 800: money, legal tender; money matters, money market; finance; accounts etc. 811; funds, treasure; capital, stock; assets etc. ... meer laten zien

Roget 198: interval, interspace; separation etc. 44; break, gap, opening; hole etc. 260; chasm, hiatus, caesura; ... meer laten zien

Nederlands: spleetoog
Pools: Chinol, Kitajec, kitajec

2 chink

A narrow opening as e.g. between planks in a wall.

3 chink

A short light metallic sound.

synoniemen: click, clink.

werkwoord

1 chink

Make or emit a high sound.

synoniemen: clink, tink, tinkle.

Roget 408: resound, reverberate, reecho, resonate; ring, jingle, gingle, chink, clink; tink, tinkle; chime; gurgle etc. ... meer laten zien

Nederlands: tingelen, tinkelen

2 chink

Fill the chinks of, as with caulking.

3 chink

Make cracks or chinks in.

synoniem: check.


Moby betekeniswoordenboek: abysm, abyss, aperture, arroyo, assailability, bar, bezel, bind, block, block up, blockade, box canyon, breach, break, broach, bump, bung, canyon, cash, caulk ... meer laten zien.

Vind elders meer over chink: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

chinking

zelfstandig naamwoord

Roget 635: material, raw material, stuff, stock, staple; adobe, brown stone; chinking; clapboard; daubing; puncheon; shake; shingle, ... meer laten zien

Vind elders meer over chinking: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0829