Engelse synoniemen over ons - contact  

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

naar bijbehorend lemma

crop

zelfstandig naamwoord

1 crop

The yield from plants in a single growing season.

synoniem: harvest.

Roget 775: acquisition; gaining etc. v.; obtainment; procuration, procurement; purchase, descent, inheritance; gift etc. 784.    recovery, ... meer laten zien

Roget 636: stock, fund, mine, vein, lode, quarry; spring; fount, fountain; well, wellspring; milch cow.    stock in trade, supply; ... meer laten zien

Roget 154: effect, consequence; aftergrowth, aftercome; derivative, derivation; result; resultant, resultance; upshot, issue, denouement; end ... meer laten zien

Nederlands: oogstfeest, teelt
Pools: ziemiopłód, zbiory, plon, płody

2 crop

A cultivated plant that is grown commercially on a large scale.

Pools: zasiew

3 crop

A collection of people or things appearing together.

4 crop

The output of something in a season.

5 crop

The stock or handle of a whip.

6 crop

A pouch in many birds and some lower animals that resembles a stomach for storage and preliminary maceration of food.

synoniem: craw.

Roget 191: receptacle; inclosure etc. 232; recipient, receiver, reservatory.    compartment; cell, cellule; follicle; hole, corner, niche, ... meer laten zien

Nederlands: keelzak, rijzweepje, voedselplant, voedselgewas, bros, krop, zak

werkwoord

1 crop

Cut short.

Roget 789: take, catch, hook, nab, bag, sack, pocket, put into one's pocket; receive; accept.    reap, crop, cull, ... meer laten zien

2 crop

Prepare for crops.

synoniemen: cultivate, work.

Nederlands: ontginnen

3 crop

Yield crops.

4 crop

Let feed in a field or pasture or meadow.

synoniemen: graze, pasture.

5 crop

Feed as in a meadow or pasture.

synoniemen: browse, graze, pasture, range.

Roget 298: eat, feed, fare, devour, swallow, take; gulp, bolt, snap; fall to; despatch, dispatch; discuss; take down, ... meer laten zien

Nederlands: grazen

6 crop

Cultivate, tend, and cut back the growth of.

synoniemen: clip, cut back, dress, lop, prune, snip, trim.

Roget 201: be short etc. adj.; render short etc. adj.; shorten, curtail, abridge, abbreviate, take in, reduce; compress etc. ... meer laten zien

Nederlands: afsnoeien, snoeien


Moby betekeniswoordenboek: abbreviate, abdomen, abomasum, abridge, abscind, abstract, aftermath, amputate, annihilate, bag, ban, bar, batch, batten upon, bay window, bearing, beerbelly, belly, belt, blacksnake ... meer laten zien.

Vind elders meer over crop: etymologie - rijmwoorden - Wikipedia.

debug info: 0.0495